Veel goederen die je hier in Nederland koopt in de winkel, zijn niet afkomstig uit Nederland maar uit een ander land. Dit komt bijvoorbeeld doordat andere landen meer gespecialiseerd zijn in het produceren van bepaalde goederen. Bijvoorbeeld het verbouwen van sinaasappels. Als we dit in Nederland zouden verbouwen, zou dit veel duurder zijn dan dat we ze importeren (invoeren) dan is dit veel goedkoper. Dit komt doordat als we de sinaasappels zelf gaan verbouwen, we ook kassen moeten plaatsen om de goede temperatuur te krijgen om de sinaasappels te kunnen verbouwen. Ook kan het zijn dat het land waar de goederen afkomstig van zijn meer kennis heeft over het maken van het product. Of dat de loonkosten in een ander land lager zijn.

Het importeren van goederen, is het kopen van goederen uit een ander land. Exporteren (uitvoeren) is het verkopen van onze producten aan andere landen. Bijvoorbeeld aardgas. Een deel van de export bestaat uit doorvoer en een deel van de export bestaat uit wederuitvoer. Stel je voor er worden producten doorgevoerd via Nederland. Dan is het product geen bezit geweest van Nederland. Bij wederuitvoer zouden deze producten wel bezit zijn geweest van Nederland. Bij beide soorten van deze export worden de producten niet bewerkt.

Export- en importquote

Nederland is een open economie, een economie met veel export (uitvoer) en import (invoer). Je hebt ook landen die weinig handel drijven met andere landen. Zo'n land noem je een gesloten economie. Je kunt aan de hand van een formule berekenen of een economie open of gesloten is. Dat doe je met de importquote en de exportquote. De importquote geeft aan hoeveel procent van het binnenlands inkomen uitgegeven wordt aan de invoer (import). De exportquote geeft de verhouding weer tussen de uitvoer (export) van goederen en het binnenlands inkomen.

Export quote = exportwaarde / binnenlands Inkomen x 100%
Import quote = importwaarde / binnenlands Inkomen x 100 %

Uitvoeroverschot

Een uitvoeroverschot betekend dat de waarde van exportwaarde hoger is dan de importwaarde. Dit is goed voor de economie want dan is er meer vraag naar producten. Als er meer vraag is naar bepaalde producten moet er meer geconsumeerd worden. Dit zorgt voor meer werkgelegenheid. In Nederland hebben we al jaren te maken met een uitvoeroverschot.